Touché

Connie Palmen was bij Friedle Lesage en ik hoorde dit :
Een beetje vrijelijk vertaalt in mijn hoofd van wat er bleef hangen.

“Als kind vond ik het onbegrijpelijk, waarom ik moeite had met anderen.
Ik had alles in mij om gemakkelijk te zijn in de omgang.
Ik mocht mensen primair, was niet al te kritisch, en toch lukte het mij niet.
Iets zat me dwars in het contact.
Andere mensen verveelden mij snel, en ik schaamde me, alsof ik niet genoeg interesse toonde in de andere.

En alleen bezig was met mijzelf.
Ik vond het alleen de moeite waard om met iemand in contact te gaan als er sprake is van véél, heftig, intens.

Ik verlangde steeds naar heftig en groot.
Je kan maar met een paar mensen zo’n intiem contact hebben.

Je moet leren omgaan met verveling.
Je moet leren houden van oppervlakkige contacten.”

Daar ben ik nu al even op aan het ‘sjieken’, of ik dat wel wil.

Cava

Oh het is wel aangenaam nu.
Verfrissend, tot iets boven mijn middel sta ik in het water.

Ik krijg een balletje toegespeeld. Ik gooi hem terug.
Hij wordt weer naar me toe geworpen. Ik gooi hem nogmaals.
Zo gaat het een tijdje …

Heen en weer.
Gooi. Vang. Gooi. Vang. Gooi. Vang.
Het gaat best goed eigenlijk.

Tot plots, hold that thought.
Ik moet de bal onderwater houden.
Hij mag het levenslicht niet zien.
Tuurlijk kan ik dat.
Zo een balletje van niks.

Ongemerkt is het waterniveau gestegen.
Kan ik naar een stuk zwemmen waar het comfortabeler staan is ?
Ergens waar het water niet aan mijn lippen staat ?

Ik kijk naar beneden, het kleine balletje van daarnet is een strandbal geworden.
Met beide handen omklem ik hem. Onder.
Hij moet onder blijven en ik boven.
Worstelend, watertrappel ik me boven.

Misschien kan ik er op gaan zitten ?
Ik probeer bovenop de bal te manoeuvreren, ik wil controle. Ik moet dit kunnen.
Even lijkt het de goeie kant op te gaan tot plots, zwoef hij met een enorme kracht naar boven schiet.

Met een mooie boog vliegt hij de lucht in.

Ik voel iets kriebelen tussen mijn tenen, kijk naar mijn voeten en zie een luchtbelletje naar boven komen, vliegensvlug maak ik met mijn hand een omgekeerd kommetje en vang hem. Links van mij, rechts van mij, aan mijn knie, aan mijn achterste…
Plots zijn ze overal, niet tegen te houden, honderden grote luchtbellen,
ik moet ze tegenhouden, ze mogen niet barsten.

Mijn hoofd is een glas cava.

Ik moet de gedachten tegenhouden voor ze mijn mond verlaten.

Hou me los

Donkere dagen glijden in elkaar over.
Bijna onmerkbaar is er weer één voorbij.
Geen blaadjes die van een scheurkalender dwarrelen.

De kerstboom houdt dit jaar dapper al zijn naalden bij.
En toch wordt het stilaan tijd.

Ik heb het al eerder meegemaakt, de leegte van januari.

Ik koop een pot barstensvol helleborussen en een knoert van een bol amaryllis.
Witte bloemen als symbool voor een nieuwe begin.
Als ik naar ze kijk hoor ik al een beetje lente in de lucht.

De witte helleborussen krijgen meteen een licht plaatsje op het venstertablet.
De amaryllis staat wat ongemerkt in de koelere hal, elke dag wat te groeien.

Mijn petekind wenst mij in zijn mooiste nieuwjaarsbrief lichtpuntjes toe.
En als hij naar het toilet gaat, komt hij trots vertellen dat hij dezelfde bloem heeft.
Niet zijn mama, maar hij zelf, heeft ze gekocht, ze staat op zijn slaapkamer.

De plant mag mee naar het venstertablet en wat volgt is een gezamenlijk uitkijken.
Ik stuur hem een foto. Elke dag. Er komen 2 bloemknoppen aan, we wachten in spanning af tot er 1 open gaat,
en omdat zo één bloem bestaat uit 4 richtingen, vragen we ons af ze allevier open zullen zijn.
Of de stengel niet te scheef of te hoog wordt.
En net als ik denk : Wauw dit wordt de mooiste amaryllis die ik ooit heb verwacht, zo kaarsrecht, zo prachtig samen dat die bloem open gaat, gaat het mis.

Na een woelige en winderige nacht kom ik de keuken in en ligt de plant op de grond.
De bloempot, mijn lievelingsexemplaar uit de kringwinkel, versplintert over de hele keuken.
Een mengsel van potgrond en wit porcelein versiert de keuken.
De bloemstengels op zoveel plaatsen gekraakt dat het lijkt alsof er een tractor over gereden is.
Ik barst nog net niet in tranen uit.

De helleborussen zijn solidair. De ooit zo weelderige pot is herschapen tot een bosje verpieterd groen. Of moet ik slap bruin zeggen?
Een kerstboom moet je elke dag water geven, helleborussen houden niet van natte voeten.
Ik check één van de elektronische toestellen in de buurt om te kijken welke dag we zijn,
Het is echt al half januari, als ik wil dat die kerstboom nog een overlevingskans heeft,
moeten de ballen zo snel mogelijk in de doos, en zijn wortels in de grond.

Kom Henkie, het is voor je bestwil.

Klikspijt

Ik heb een verhaal,
voor aan de koffie automaat.

Ik zou het in geuren en kleuren brengen,
en mijn collega zou zeggen ‘amaai’.

De keer daarop zou ik het nóg enthousiaster brengen,
iemand anders zou antwoorden: ‘dat is precies de familie meyland daar !’

Ik zou gerustgesteld zijn, bevestigd of net tegengesproken worden.
In ieder geval zou ik ‘het kwijt zijn’ en daarna mijn werk verder zetten.
Het is veel moeilijker om het hier neer te schrijven.
En ik zit zowiezo al teveel tijd achter schermen, en toch ga ik het proberen.

Ik hoorde vanmiddag in het middagjournaal van ‘Johan terryn’

De spijt die je hebt wanneer je op het internet iets aanklikt en beseft dat je je eigen kostbare tijd aan het verknallen bent. Een onverklaarbare verknaldrang doet je dan toch nog verder lezen.

In plaats van te klikken ga ik tikken !

nog even geduld .. het komt !

Energie Energie

Ik weet niet hoe het komt maar ik heb inspiratie !

Ik wil wat naaiplannen maken, jullie meenemen in mijn transitie naar meer plantaardig eten, mijn zero waste kerst kadootjes delen. Mijn moestuin geluk en ambities. Of al die eerste keren in dit bizarre jaar. Maar ja mijn dag heeft ook maar evenveel uren als die van u. En ik heb al veel teveel uren achter mijn computertje getokkeld. (en muizen gevangen en kippenpoortjes te repareren en joggen en eten maken en hondjes naar de dierenarts brengen en pubers naar school.) Maar voor de mensen met kinderen in huis, heb ik nog ne corona entertainment tip (misschien voor volgend weekend ?)

Tidder in de tork*

Dinner in the dark, ik denk dat je het zelfs als volwassene kan proberen !

Fijne avond en tot binnenkort !

Verlangen

Er was eens … een veel te korte lucifer.

Hij zat al, wat een eeuwigheid leek, opgesloten in een klein luciferdoosje, samen met.. Goh ja.. wie zat er allemaal in dat doosje. Hij kende de 3, 4 lucifers naast hem goed. Maar eigenlijk waren ze met véél. Té veel misschien zelfs .

Hij wist het hoor. Rationeel wist hij het. Je gaat niet eeuwig in dat doosje blijven zitten.

Vroeger waren er dagen dat het doosje open ging. Ze gleden zachtjes met zijn allen, voetjes vooruit, tot dat hun kopje kwam piepen, en hij een glimp opving van wat er ‘buiten’ gebeurde. Ze werden door elkaar geschud en eentje werd gekozen . Dan had hij de daaropvolgende dagen andere buren, werd er volop gespeculeerd. Iemand had iets gezien. Zo ging het, dacht hij dus. De spannende dagen. Hij leerde de nieuwe buren kennen, andere lucifers, ze leken misschien op elkaar maar elk hadden ze hun eigen verhaal. Als de commotie van het afscheid was gaan liggen, werd er vaak vergeleken. Waarom wist hij niet. Moest je ze niet kennen zou je denken dat ze er allemaal hetzelfde uitzagen. Maar ééntje was dus duidelijk korter. Hij wist het niet eens. Er is geen spiegel in dat doosje, en vermits zijn hoofdje op gelijke hoogte lag, had hij niet in de mot dat hij maar half zo kort was. Bovendien was hij zo leergierig, hij luisterde naar de anderen en leerde de wereld kennen door hun ogen. Hij stelde vragen en luisterde. Hij was eigenlijk niet zo bezig met zichzelf. En tegen vergelijken was hij ronduit tegen.

Op een dag werd het doosje wat brusker toegeduwd, en lag hij dus met zijn voeten gelijk.

Al gauw ging het mis, hij zag dat hij anders was. En hoe hard hij ook tegen zichzelf zei : Het heeft geen zin te vergelijken, we zijn wie we zijn. Schoonheid zit hem in onze eigenheid. Toch voelde hij zich tekort gedaan. Hij merkte hoe de lucifers gewoon doorgingen met praten over zichzelf. Ook als er niemand vragen stelde. Een paar keer probeerde hij aan bod te komen. Deze keer had hij het gevoel dat hij ook een verhaal had. De angst dat hij nooit zou gekozen worden. Toch luisterde niemand. Hij lag daar een beetje eenzaam te wezen. Hij probeerde luidop te dromen van vuur aansteken. Vastberaden dat hij was hier ‘samen uit te komen’, het pakte geen vuur. Uren, dagen, maanden gingen er voorbij. Het is geen wedstrijd dacht hij . Desnoods blijf ik tot allerlaatste in het doosje.

Zo lag hij daar. Te wachten, alleen met zijn gedachten.

Eenzaam was hij , eenzaam omringd door anderen die de godganse dag bezig waren met zichzelf. En hoewel de nieuwtjes verstomden, bleef hij zijn uiterste best doen. Schud dit doosje aub, bad hij soms stiekem. Ik hoef niet eens met mijn hoofd bij de rest liggen, als ik maar gewoon even andere buren heb. Ik ben ze beu dacht hij. En meteen vond hij zichzelf slecht en voelde zich nog wat slechter. Hij beelde zich in dat hij de laatste van het doosje was. Dat hij het doosje voor zich alleen had. Dat hij niet meer naar de anderen moest luisteren. Dat er stilte was, dat er ruimte was, voor hem alleen. Hij had verwacht dat dit beeld hem intens verdrietig zou maken. Dat hij zich zo alleen zou voelen zonder anderen, maar het beeld gaf hem kracht. Hij moest niemand. Hij moest niks.

En zo, tussen de kwebbelende stokjes, in een luciferdoosje dat maar niet meer open leek te gaan, droomde hij over verlangen.

Voorstelling

Er zijn veel dingen die ik graag doe. Knutselen, smodderen, lezen, onkruid trekken, .. schrijven is er ook één van. Meer specifiek eigenlijk , schrijven over de dingen die mij gelukkig maken.

Schrijven zonder opdracht, schrijven dat ergens vertrekt zonder te weten waarheen.. Het lukt me niet meer zo vlotjes de laatste tijd. Toch zijn er idee’en en voornemens genoeg.

Dus laat me vandaag maar starten met het voornemen waarmee ik al ‘zo lang’ rond loop. Hopelijk kan ik het voornemen waarmaken , eens ik het hier neertyp. Maar dat zullen jullie de komende dagen met mij mee moeten ontdekken.

Het gaat hier wel degelijk over Mijn Tuin .

In deze thuisblijf tijden heb ik meer dan ooit gerealiseerd, dat er één ding is, dat me nooit teleurstelt en mij altijd opnieuw voldoening schenkt. Mijn tuin (en per uitbreiding mijn huis.)

Eigenlijk ben ik nogal een ‘buiten’ mens. Als ik kon. Ik zou elk moment van de dag buiten doorbrengen. Koffie ‘tje op het terras, schrijven aan mijn terrastafel. Met de hond een toer’ke wandelen, de kippen even checken. Groenten oogsten, kuisen, (lap, koken moet wel binnen) eten doen we terug buiten. Jammer genoeg.. mijn laptopje buiten gaat niet zo goed. Het scherm blinkt, de vogels fluiten in mijn micro, mijn ergonomie laat de wensen over met dat scherm en de buiten bank. Misschien is dat ook wel een reden waarom ik bedacht wat te schrijven maar het er nog nooit van kwam.

Maar dus.. ik ga de komende tijd wat neer schrijven over mijn tuin.

Hoe het was, waar ik naartoe wil, het voorstellen van mijn lievelingsplekjes.. enzo.. ik laat me een beetje leiden door wat mijn vingers typen en niet zozeer door het idee dat ik nu zou bedenken.

Ik heb geen doelen, behalve zelf vrolijk worden 🙂

Hopelijk hebben jullie er ook wat aan 🙂 En om meteen de kop af te bijten:


Een paar weken geleden, heeft de buurman die helemaal weg is van luchtvaart, een vlucht gemaakt over onze straat en dat heeft deze foto als resultaat gehad.

Zie je de groene vlek .. dat oerwoud ? dat onkruid ? That’s me !!

En neen ik schaam me er niet voor.

(op volgende foto heb ik er een lichtgroene kring rond getrokken)

Voorts neem ik jullie nog even mee… naast mij/ons licht een hellend veld. Ideaal in de winter om af te slee’n, alleen opletten, dat je kan stoppen, het veld eindigt in de beek. (blauwe lijn op de foto) Die is de laatste dagen serieus op en af gegaan. Ene dag héél hoog, andere dag lage waterstand. We hebben elke dag al zeker regen gehad. Aan de andere kant van die beek is er een natuurgebiedje van natuurpunt, en het rode lijntje dat je ziet, dat is mijn minimum wandeling met de hond.. zowel voor mezelf als de pubers 😉

Tof hoor.. door de bomen heen of vanaf het brugje heb je dan een zalig zicht op mijn huisje op de berg . Ik heb er al duizenden foto’s van gemaakt.

De licht blauwe lijn, is zo een verstopt wandelpadje tussen de tuinen van de mensen. Er licht een geocache, je kan een nostalgische serre spotten gemaakt uit tuinramen, binnenkijken in een heel zorgvuldig gespitte moestuin (heb in corona tijden voor de eerste keer de man gespot en er een praatje mee geslaan) en ’s avonds .. bij avondzon is de kerk zo mooi verlicht vanuit dat standpunt. (En dan die oude kersenbomen.. schoon toch é ?)

ja kijk .. bij nader inzicht.

ik ben precies niet alleen aan mijn tuin gehecht maar ook aan mijn onooglijk dorpje.

Tot schrijfs !

 

 

 

 

Het sprookje dat ik nooit schreef

Schrijvers ambities heb ik eigenlijk nooit gehad.

Ik typ gewoon graag, het is nooit mijn bedoeling geweest om ‘iets’ te typen.

Met vertellen gaat het ook zo, ik vertel niet persé graag… in theorie.  In praktijk kan ik soms moeilijk stoppen met praten. (Vandaar dat ik met sommige mensen het 3 minuten telefoon gesprek in het leven geroepen heb. 🙂 )

Verzinnen dat doe ik ook kei graag. Wat als… stel u voor.. zo een constructies geven me goesting..

Vroeger toen de kids nog klein waren, las ik bedtijd verhaaltjes.  En de oudste die had graag dat het verhaaltje over hem ging.  Ik kan me weinig van die dingen herinneren .. er zat niet veel memorables in.  Behalve ééntje.  Dat van de paashaas. Telkens ik het vertelde werd het mooier en mooier.

Zo mooi dat er in mijn hoofd tekeningen bijkwamen. Zelfs merchandising. (chocolade hartjes !!!)

Ja, dat verhaal zou ik noteren.

Niet dus .

Het is vervaagd tot een blurry herinnering.

Daarom wil ik het hier terug nieuw leven inroepen.

Het verhaaltje vertrok van het idee.. “de paashaas.. een konijn dat eieren legt.. hoe kan dat ? en toen fantaseerden we dit samen bij elkaar.”

Dus er is een Kip. Er is een Haas/konijn/ whatever.  Hij, de Haas, is verliefd op Kip. Maar Kip vindt hem een vreemde snuiter.  Zij vindt zijn zachte pels heerlijk, en hij is betoverd door haar pluimen. Ze ontdekken elkaar en merken dat ze allebei even hoog geraken. Zij fladdert/hij springt.  Ze appreciëren het anders zijn in elkaar, en vullen elkaar aan.

Tot het gekakel begint.. “dat ze toch beter iemand van haar eigen soort zoekt”. De kip weigert koppig de verschillen te zien. Maar op een dag zaait er iemand een graantje,  Haas hoort. ‘Ja.. hij kan geen eieren leggen, wat ben je daarmee ?? ‘ Daarop trekt Haas zich terug en gaat zijn voedselpatroon aanpassen. Is hij wel goed genoeg ? Hij oefent de hele dag met keutels kakken, eet allerlei vieze dingen en keutelt nog wat verder. Je weet wel .. die kleine bruine bolletjes. Vurig hoopt hij dat er op een dag een ei gaat bij zijn.

Op een dag zit hij daar weer op zijn hurken .. kei hard zen best te doen een ei te produceren.. of op zijn minst de grootste keutel ooit, als de Kip onverwacht om de hoek van het kippenhok passeert. hij schrikt, nijpt zijn poepeholleke bijeen en floep. een Bruin hartje was geboren.

Zij is zo vertederd dat ze dezelfde dag nog trouwen… en er komen kleine haasjes van.

Die  op hun beurt .. paaseitjes leggen !

Kom .. dat was de samenvatting hé.. Kan daar iemand nu terug een verhaal mee construeren aub ?

Of een ander ontstaan van de paashaas bedenken ?

Rafelkath misschien ?

of Sara ? was die niet op zoek naar een plausibele verklaring ?

Misschien meneer Pannekoek ?

 

 

Wiebelwoorden – opdracht 2

Waarschuwing: Dit recept is GEEN instant verhaal.

Trek naar buiten.

Zoek 3 dingen waar je dankbaar voor bent.

Pluk ze héél voorzichtig, bind ze liefdevol bij elkaar met de hulp van een ander.

Hang ze op een mooi plekje bij elkaar te drogen. Doe dit voortaan zo vaak mogelijk. Je merkt het meteen, zo een kastje met kruiden, je klaart er zo van op.
Neem een grote kom, hou ze onder de kraan van relativering.

Zet ze dan op een zacht warm knisperend vuurtje.

Doe er een flinke scheut humor bij, of doe er maar twee.

Dan heb je nog nodig: een mooi vooruitzicht,maar als je dit niet in huis hebt, zijn wat kleinere plannen ook goed, als je er maar naar uitkijkt.
Terwijl je de grootste mok uit de kast haalt die je hebt

(liefst eentje zonder oren, maar die je echt met de handen omvat)

bel je iemand.

Je ma, je vriendin, een zus, collega, …

als het gesprek is afgelopen,

heb je een heerlijke feel good thee, die je van binnen uit zal verwarmen.

Smakelijk !

 

 

Dit recept kwam tot stand dankzij de gratis corona schrijfoefening van wiebelwoorden. 

Je vindt haar op https://www.facebook.com/wiebelwoorden/ 

bedankt !